ARTIST INFO
PAPA DON MCMINN & NIGHTRAIN (US)
website
CD review
CONCERT INFO
FRIDAY, APRIL 24 - GOORBLUES WUUSTWEZEL
website

reporter: witteMVS
photo: Freddie

comments: mail

CONCERT REVIEW

‘Papa’ Don McMinn heeft dan toch eindelijk Goorblues gehaald. De vorige keer dat hij geboekt werd door Michel, voor Northern Belgian Blues Association was dat toen, kon de man er niet zijn vanwege een “stroke”, maar dat is hem vandaag al lang niet meer aan te zien. Integendeel, hij lijkt meer in vorm dan wij met z’n allen tesamen. OK, OK ...ik trek die woorden in. ’t Is ik die moe is. Slapeloze nachten, dat deugt niet. Veel werk, weinig rust, daar is een mens niet voor gemaakt. Wie zong het ook alweer : ‘Built for Comfort...’

Nightrain (= nachtelijke regenbui, niet nachttrein daarvoor staat er een T te weinig) is ook van de partij. En dit nachtelijke regenbuitje is het beste wat een vader kan overkomen. Deze rhythm section bestaat uit zijn twee zoons Doug en Rome McMinn, respectievelijk drums en bass. Het is een groot gerief als je alles in huis hebt. Doug heeft zich ook nog de smoelschuifkunde in rack eigen gemaakt, zodat hij kan harmonica spelen terwijl hij drumt.

Don McMinn is een stukje levende bluesgeschiedenis uit Memphis, Tenessee, de bakermat van de Delta blues. Hij was mede verantwoordelijk voor de herwaardering en de heropleving van de legendarische Beale Street, tenminste van wat er nog te redden viel. En mag dat dan naar toeristische attractie ruiken, het zal nog niet zo gauw een bestemming worden voor massa-toerisme, daarvoor is het gegeven te controversiëel. Hijzelf en zijn zoons geven er ook workshops voor aspirant-bluesmuzikanten, “...to keep good en honest music alive...” en geven straatconcerten of spelen in de local bars.

Al kom je Don voor het eerst tegen, hij praat met je alsof hij je al jaar en dag kent. Zijn zoons zijn eender. Makkelijker converseren lijkt haast onmogelijk. Hun hart ligt op hun tong. Geen gezwets, geen geleuter en sterallures zijn in geen velden en wegen te bespeuren. Real buskers.

De McMinn’s zijn op en top blues improvisers. Ze brengen het gebruikelijke Chicago-repertorium met een zuiders inslagje, en wisselen dat af met rocknummers, country en zelfs reggae, zonder dat dat wrange coverband gevoel je overvalt. Dat ligt hem uiteraard aan de bekwaamheid van deze mannen. Zo smeden zij probleemloos “Sweet Home Chicago” (met prachtige harmonicasolo van Doug, terwijl hij gewoon verder drumt) vast aan “Ain’t No Sunshine”. “Got My Mojo Workin’” gaat hand in hand met de hallucinant mooie Van Morrison song “Tupelo Honey” en “Dust my Broom” (Don op lapsteel) gaat bijna naadloos over in de reggae van “Stirr It Up”. De New Orleans mardi gras song “Iko Iko” mariëren ze met het verwante “Brother John” (zie ook de Neville Brothers) en wordt zonder adempauze opgevolgd door “I’m a Man”. “Willie and the Handjive” gaat dan weer over in B.B.’s icoon van een song “The Thrill Is Gone” en vandaar in hechtenis in “Parchman Farm”. Ze eindigen met een dijk van een psychedelic rocker waarvan de titel me even ontsnapt. Doeme toch. Maar diegenen die er waren, weten waarover ik het heb.

Ik heb hier ten volle van genoten, hoe moe ik ook was. En het zal sommigen misschien verbazen, ik heb elke noot van de familie McMinn gehoord. Zeker weten.

Houden zo, Goorblues ! Café ’t Goor wordt nog een echte juke-joint.

witteMVS